Ceci n’est pas une garage

27 maart 2024

Het geheugen als maker van alternatieve architectuur

Ik ben geen architect, maar ik maak wel ruimtes. Soms letterlijk als echte bouwwerken, waar ik dan natuurlijk alsnog de hulp van een bouwkundige bij inroep. Maar steeds vaker en steeds liever bedrijf ik andere vormen van architectuur: tekeningen, maquettes en daarmee gemaakte fotowerken. De ruimtes die in mijn meest recente werk ontstaan, hebben met elkaar gemeen dat zij alleen via de verbeelding betreden kunnen worden. Ik geef mijn publiek hiermee dus geen echte, fysieke ruimte in de vorm van een gebouw, maar een plek waar zij imaginair in kunnen dwalen.

Mijn werkvormen als docent brengen zelfs nieuwe ruimtes voort, zonder dat ik materialen gebruik. Zo heb ik laatst studenten een ondergrondse parkeergarage laten verkennen met de afspraak dat dit geen garage is: ‘ceci n’est pas une garage’. Voor hen veranderde de plek toen in een bunker, een landschap, een dodenrijk en een schuilplaats en de plek werd ook als zodanig gebruikt en gedocumenteerd.

In ons geheugen transformeert het gebouw naar een niet-gebouwde en zelfs niet tastbare versie van zichzelf.


Het in andere-vormen-dan-bouwen werken met architectuur geeft mij niet alleen veel meer artistieke vrijheid dan wanneer ik (in opdracht) wel iets bouw, maar past ook bij mijn notie van hoe een gebouw zelf ook transformeert in ons geheugen. Er is na de sloop van een huis weliswaar geen tastbaar en betreedbaar gebouw meer, maar je kunt ook niet zeggen dat het gebouw helemaal weg is. In ons geheugen transformeert het gebouw naar een niet-gebouwde en zelfs niet tastbare versie van zichzelf. Hierbij bestaat er in ieders geheugen een andere versie, zo veronderstel ik, want ons geheugen is selectief. Als herinnering slaan we de ruimte op in de vorm van beelden, maar ook als gevoel, als geur en in de proprioceptie van het lichaam: hoe je je in dat gebouw bewoog, is niet alleen specifiek voor jouw lichaam maar ook voor het lichaam van dat gebouw.

In mijn werk verbeeld ik mijn eigen herinneringen aan ruimtes, die natuurlijk nooit, en zelfs bewust niet, exact overeenkomen met de werkelijkheid. Als kunstenaar heb ik een selectief geheugen, waarin artistieke opvattingen voorrang krijgen op de feitelijke geschiedenis. Ik herinner mij de ruimte graag op mijn manier, en ondanks dat de ruimte is gevormd door de werkelijkheid, is mijn manier om de plek te herinneren als een theaterdecor of filmset. Ik vergeet (= laat weg) alles wat het mysterie van de plek teniet doet. Ik haal de ruimte uit de context en plaats het in een lege, verstilde omgeving. Mijn selectieve geheugen is mijn belangrijkste instrument voor het maken van kunst en voor een alternatieve vorm van architectuur.

Next
Next

Staging reality