Een lichaam van asfalt

17 januari 2024

Wat hebben een schouwarts en een kunstenaar met elkaar gemeen?

Een lijkschouw of autopsie is een onderzoek dat wordt gedaan op het lichaam van een overledene. Het wordt meestal gedaan om de doodsoorzaak te achterhalen omdat kennis daarvan de nabestaanden kan helpen in hun rouwverwerking.

Als ik een verlaten ruimte verken, voel ik me, behalve kunstenaar, soms ook een lijkschouwer. De ruimtes die ik onderzoek, worden over het algemeen beschouwd als dode ruimtes: ze zijn vervallen, verlaten, er komt niemand meer en ze dienen nergens meer toe. Ze staan meestal op het punt om vervangen te worden door iets nieuws. Vlak voordat dat gebeurt, tast ik de hele ruimte af en ik gebruik al mijn zintuigen daarbij, zoals een arts ook doet.

Een voorbeeld is mijn verkenning van het Varenna-viaduct in 2018. Dit is een dubbel viaduct over de A50 waarvan de ene helft nog in gebruik is en de andere al jarenlang niet. Het viaduct is gebouwd in 1968. Kort na oplevering werd de infrastructuur rondom deze snelweg zodanig gewijzigd dat het tweede viaduct overbodig werd. Omdat slopen duurder was dan laten staan, heeft men het tweede viaduct aan beide kanten gewoon afgesloten voor verkeer. Sindsdien heet het een spookviaduct.


Wat gebeurt er als je een spook van asfalt 50 jaar verwaarloost?


Het spookviaduct ligt midden op de Veluwe en wordt omringd door natuur. In mijn verkenning van het viaduct in 2018 heb ik tot op de vierkante meter in kaart gebracht hoe ver de natuur op dat moment was met het overnemen van het asfalt. Aan beide uiteinden was er een dicht bos gegroeid, waar het asfalt volledig overgroeid was. Pas na vele meters komen de vangrails aan weerskanten uit het bos naar boven. Het nog kale asfalt is dan nog niet eens in de verte zichtbaar. Desondanks loopt het bos niet gradueel over in asfalt, maar stopt het abrupt. Vanaf die lijn is de hele ruimte van asfalt.


Daar op dat asfalt had ik de vreemde sensatie dat er elk moment een auto uit het bos kon schieten en over me heen zou razen, terwijl ik wist dat dat daar nooit meer kan. De auto’s razen aan de overkant, op het andere viaduct, en onderdoor. Dat maakte dit spookviaduct ongelooflijk stil, niet door de afwezigheid van geluid maar meer door die afwezigheid van beweging. Dat ik daar liep in plaats van reed, maakte het viaduct ook onmetelijk lang. Zelf voelde ik me klein en traag: deze plek is niet gemaakt voor mensen. Ik ben later teruggegaan om aan het begin van het viaduct, in dat dichte bos, een titelbordje te plaatsen: “Viaduct voor de stilte”. Daarna ben ik er nooit meer heengegaan.



Een schouwarts onderzoekt een lichaam. Dat heb ik hier ook gedaan: ik beschouw dit viaduct en ook de andere objecten/ ruimtes die ik onderzoek, als lichamen, waarin herinneringen zijn opgeslagen en die uiteindelijk ontbinden. Toch is er een verschil tussen mij en een schouwarts: naast wat er fysiek aanwezig is ben ik ook geïnteresseerd in wat er in niet-tastbare zin voelbaar is op de verlaten plek. Dit is niet alleen een verschil tussen een arts en een kunstenaar maar ook tussen een lichaam dat zwijgt en een lichaam dat spreekt. Die ruimtes waarvan ik zelf ook steeds denk dat er niets meer is, spreken altijd. Een lege ruimte bestaat niet.

Het spookviaduct is een vergeten plek en dat is precies de kwaliteit er van. Mijn verkenning hier verlicht niemands rouw, want niemand rouwt om een viaduct. Wie rouwt om een eigen verlies, vind misschien wel troost op dit soort plekken. Ze laten zien dat er voortdurend transformatie is en dat dat juist waar je dat niet verwacht tot schoonheid kan leiden. Ik hoop daarom dat dit viaduct ook echt een viaduct voor de stilte blijft voor mensen op zoek naar ruimte voor bezinning.

Previous
Previous

Staging reality

Next
Next

Verblijven op onbereikbare plekken